Tweega Medica ondersteunt Marieke Dekker in KCMC. Zij is een van de weinige neurologen in heel Tanzania en doet al jaren achter elkaar geweldig werk in het grote ziekenhuis. Haar man Marco werkt eveneens in en voor het ziekenhuis aan diverse technische projecten. Hieronder vertelt Marieke:

“Vandaag is Sensa Day. In een land dat 23 keer groter is dan Nederland heeft men besloten de bevolking te gaan tellen. Dat is een ongelooflijk optimistische en heroïsche onderneming voor een maatschappij die nog
grotendeels offline is, niet geautomatiseerd en waar een minderheid een identiteitsbewijs heeft. Tanzania huisvest stammen die nog in de jagers-verzamelaarscategorie van de Bushmen/Khoi vallen (Hadza) of
nomadisch rondtrekken met vee, of in wisselende boma’s wonen (rurale Maasai). We moeten dus ook allemaal thuisblijven vandaag, en gisteren hadden we tot onze verrassing opeens een huisnummer op onze poort zitten. We zijn nu Mtaa wa Mtoni 4, Rivierstraat 4.
Er wordt natuurlijk lacherig over gedaan, maar ik ben ervan onder de indruk en vind het prijzenswaardig dat er een poging wordt gedaan om de bevolking in kaart te brengen. Het is een onvoorstelbaar bewerkelijke onderneming, en een weldenkend mens zou vooraf de handdoek al in de ring gooien. Natuurlijk kun je het doortrekken, en tussen de regels van alle geschriften door de drang zien om alles van iedereen te weten te komen, maar dat is in overzeese rijkere landen niet anders. Ik ben al wel weggeglipt om patiënten te beoordelen, en zit nog steeds vast om te wachten op een uitslag. Daar gaat mijn ‘vrije dag’.

In KCMC hebben we net de examens gehad en komt het normale ritme van patiëntenzorg weer op gang. Ik vermoed dat er jaarlijks meerdere doden vallen door de verminderde medische aandacht voor patiënten tijdens de ‘bedside’ examendagen, waar sommige patiënten 4 keer op een dag, 4 dagen lang, onderwerp zijn van een examen, en een zwetende coassistent of specialist in opleiding aan het bed hebben staan die ze telkens opnieuw hun verhaal moeten vertellen.
Inmiddels staat de Stroke Unit er. De timing was perfect, omdat een van onze AIOS haar thesis doet over de NIHSS (een score voor de ernst van beroertes) en de oude met de nieuwe situatie gaat vergelijken.

De Stroke Unit is prachtig geworden en grenst aan een identieke ruimte die de medische IC is. Het verschil is echter dat de medische IC vol ligt (zoals altijd met voornamelijk neurologische patiënten) en de Stroke Unit leeg is. De reden is een tekort aan verpleegkundigen. Er zijn er meer vertrokken uit het ziekenhuis dan er konden worden aangenomen. En dat terwijl ik dankzij een Nederlandse sponsor een stroke nurse heb kunnen aanstellen. Zij werkt nu op de IC. Deze situatie vergt wat van mijn aanpassingsvermogen. Eigenlijk zou ik met mijn voet op de grond willen stampen en erop wijzen hoe lang we al voor de Stroke Unit hebben moeten pleiten voordat die er was. Maar stilletjes weet ik wel dat het nooit zo maar gaat. Er zal altijd weer een extra obstakel op de weg liggen voordat we volle kracht vooruit kunnen. Ik moet hier dus tandenknarsend geduld opbrengen, en mijn AIOS maar weer de gewone afdeling opsturen, waar de stroke patiënten in ieder geval ‘voor het oprapen’ liggen. Op dit moment kunnen we gelukkig in de onderhandelingen onze ‘Stroke Nurse’ als argument gebruiken voor voorrang. Wij willen de eerste verpleegkundigen als die weer kunnen worden aangenomen, Nu moet er nog geld van de regering komen, en daar gaat altijd (te) veel tijd overheen. No victory without a fight, en gelukkig heb ik aan 10 jaar
neurologie in Afrika een lange adem overgehouden.”