Tweega Medica ondersteunt Marieke Dekker in KCMC. Zij is een van de weinige neurologen in heel Tanzania en doet al jaren achter elkaar geweldig werk in het grote ziekenhuis. Haar man Marco werkt eveneens in en voor het ziekenhuis aan diverse technische projecten. Hieronder vertelt Marieke:

“In het begin van deze maand vierde Kilimanjaro Christian Medical Centre in Noord Tanzania haar 48e verjaardag. Het werd eind jaren zestig gebouwd aan de voet van Kilimanjaro als destijds een monsterbouwproject. De Italiaanse architectuur is nog terug te zien in de granito gangen en trappenhuis, maar inmiddels is het een conglomeraat van afdelingen, paviljoens en andere bijgebouwen. Ter viering van deze verjaardag noemde de directeur wat getallen die de huidige situatie kenmerken. Het officiële beddengetal is 639, maar in werkelijkheid waarschijnlijk honderden meer omdat overal veldbedden in gangen en gangpaden geplaatst zijn.

Er zijn 65 medisch specialisten en ongeveer 200 specialisten in opleiding in de ongeveer 20 medisch specialistische opleidingen. Het tekort aan verpleegkundigen is nog groter: slechts 249 terwijl we er minimaal 818 moeten hebben hebben. Ze rennen zich de benen uit het lijf om het hoogst noodzakelijke te doen voor de patiënten, en voor de rest wordt er vertrouwd op mantelzorg door familie. Soms is dat de familie van de patiënt op het buurbed, die het vaak feilloos door heeft als iemand niet verzorgd wordt en er niet snel een punt van maken wat meer eten mee te nemen en eens een kussen te herschikken.

Het solidariteitsgevoel hoef je in deze omgeving niet te benoemen, het is er gewoon. In deze hectiek is het soms een uitdaging om naast de basale levensvoorzieningen en verpleegkundige zorg ook nog een net neurologisch onderzoek en beleid uit te voeren, laat staan onderwijs te geven. Toch gebeurt het op deze manier elke dag. Als je het zeurende stemmetje “druppel op de gloeiende plaat” uit je brein gefilterd hebt, dan betekent langere tijd op zo’n plek werken dat je toch resultaat kan zien van gewoon stug volhouden.

Medisch studenten en co-assistenten leren het moeilijke neurologische onderzoek leuk en interessant vinden, en de artsen in opleiding dat ze ons altijd kunnen aanschieten bij vragen. In hun land en werkomstandigheden is elke arts toch wel een beetje een held.

Ik zie een enkele keer buitenlandse co-assistenten die hun neus ophalen voor de manier waarop hun plaatselijke collega’s soms wat vlakker reageren. Maar ik zou deze kritikasters wel eens willen meemaken na een paar werkweken van 70 uur en 1 of 2 maaltijden per dag, en altijd geldzorgen op de achtergrond. We kunnen niet altijd inschatten hoe het voelt om ons vak uit te oefenen onder bovenstaande druk. Wij zijn erg blij dat we hun kunnen helpen, enerzijds  door praktisch te helpen, maar ook door onderwijs aan nieuwe specialisten kunnen we goede zorg realiseren op een duurzame manier.”