Neurologe Marieke Dekker werkt al jaren in KCMC (een groot opleidingsziekenhuis) in Moshi in Tanzania. Zij is één van de zeer weinige neurologen in het Oost Afrikaanse land en wordt door Tweega ondersteund in haar missie. Ze vertelt:

“‘Tweega is een team!’ en ‘Wat is Oost-Afrika toch klein’, bedacht ik me deze weken. Een hersenshunt bij een kind met een waterhoofd beoordelen samen met Hilde van Susante uit het Tanzaniaanse Sengerema, en tot de waarschijnlijkheidsdiagnose van een auto-immuunencephalitis in een net bevallen vrouw komen samen met Anne de Lepper uit Oeganda. Zo werken we binnen Tweega ook nog samen.

Al klinkt het in eerste instantie als een amateuristisch medium, WhatsApp is voor neurologen een grote uitkomst. De berichten zijn enigszins beveiligd door end-to-end versleuteling, en met casusbeschrijvingen, kleine filmpjes en foto’s komen we vrij vaak tot een neurologische waarschijnlijkheidsdiagnose. Patroonherkenning is een belangrijk aspect van de neurologie, en als je dan ook met je eigen ogen een bewegingsstoornis of scan kunt bekijken, is er veel mogelijk.

Op die manier doen we al jaren voor de grotere Oost Afrikaanse regio consulten op afstand. Eigenlijk prachtige moderne gezondheidszorg waarmee we de patiënten helpen, de dokters met de consultvraag, maar ook binnen ons ziekenhuis goed en praktisch onderwijsmateriaal verzamelen. De laatste Oegandese casus heb ik bijvoorbeeld laten begeleiden door de Nederlandse neuroloog in opleiding die een aantal maanden heeft doorgebracht in ons KCMC. De Movement Disorders Society, de vereniging voor bewegingsstoornissen, runt vanuit Canada langeafstandsdiagnostiek per internet en WhatsApp, en bood ons een paar jaar geleden aan te helpen met consulten. Dat zette ons aan het denken, want wij voeren als neurologen die consulten zelf al uit: van Soedan tot Rwanda tot Malawi zijn er ziekenhuizen die ons wel eens een puzzel voorleggen. Enigszins plagerig (want het is natuurlijk toch wel leuk om samen te werken met de grotere vakorganisaties) meldden we dat wij het ook wel af konden, maar best wel wat gevallen met ze wilden delen als dat ze interessant leek. Zodat zij van ons konden leren! (En niet andersom, hetgeen de uitgangs-aanname van hun project was).

Zo is er het afgelopen jaar een heel vermakelijk samenwerkingsverband tot stand gekomen waarbij wij vanuit KCMC bijzonder casusmateriaal aanleveren, een waarschijnlijkheidsdiagnose erbij en eigenlijk gewoon voor onszelf als een ‘kwaliteitscontrole’ kijken of er een zelfde conclusie uit rolt. Alle co’s en artsen op de afdeling en poli weten inmiddels dat ze op die manier een leuk 1-op-1 consult kunnen verwachten met de grootheden uit de neurologie die zich voor deze Telemedicine-faciliteit hebben aangemeld. En telkens wordt vanuit Toronto gevraagd of we misschien nog zo’n indrukwekkende casus in de aanbieding hebben. En dat laat weer zien dat de ernst en de stadia van neurologische afwijkingen die we hier zien indrukwekkend blijft. En soms treurig stemt. Had die jonge vrouw met die vergevorderde HIV zich maar eerder durven melden… maar vaak is de schaamte te groot, of zijn patiënten al te ziek (zo werkt dat vaak in de neurologie) om de juiste medische hulp te vinden.

De gezondheidszorg op het Noordelijk Halfrond is al zo ver gevorderd dat aandoeningen voorkomen worden, of opgepikt in zo’n vroeg stadium dat artsen de extremere vormen van iets niet zouden kunnen herkennen, omdat ze het nooit gezien hebben. Dat laatste, daar hebben we in Moshi bepaald geen last van…”