Sinds begin dit jaar zijn Arie en Lisanne Glas (beiden tropenarts) uitgezonden naar Mulanje Hospital in Malawi. Hieronder vertellen ze over hun taken in het grote plattelandsziekenhuis:

“Allereerst hebben we een belangrijke rol in de dagelijkse supervisie en coaching van collega’s. We werken met 12 clinical officers samen, die een opleiding van drie of vier jaar gevolgd hebben. Dit blijkt genoeg te zijn om de meeste eenvoudige ziektebeelden te behandelen, maar voor ingewikkelder patiënten is meer achtergrondkennis nodig. Een aantal clinical officers die langere tijd gewerkt hebben heeft een goed niveau en kan ook vrij complexe chirurgische ingrepen verrichten. Degenen die nog niet zo lang werken moeten intensief verder opgeleid worden waar we dagelijks een grote rol in hebben. Dit gebeurt onder andere in de dagelijkse ochtend- en avondoverdracht en door het nabespreken van casussen die niet zo goed afgelopen zijn. Het is belangrijk om dit op een voorzichtige manier te doen en één op één zodat mensen zich niet afgewezen voelen en niet voor het oog van anderen worden gecorrigeerd. Met intern geneeskundige problematiek hebben de clinical officers over het algemeen veel moeite.
Bij de ochtendoverdracht horen we over hele zieke patiënten die waarschijnlijk meer aandacht nodig hebben, en daar gaan we dan in de ochtend ook langs, naast onze eigen afdelingen.
Er zijn regelmatig patiënten met gevaarlijk hoge glucosewaarden bij suikerziekte (diabetische keto-acidose) waarbij het probleem niet goed herkend wordt, iets dat tot de dood leidt zonder behandeling. Afgelopen dinsdag heb ik samen met de clinical officer één van deze patiënten, die de hele nacht niet goed behandeld was, systematisch onderzocht en konden we de oorzaak van zijn probleem vaststellen en behandelen. De clinical officers leren op deze manier ook een systematische manier van werken en zien het resultaat ervan. Zo’n casus geeft dan regelmatig weer aanleiding voor een onderwijsmoment, iedere week een uur waarin we verder werken aan opleiding. Het is niet altijd makkelijk om te accepteren dat patiënten niet optimaal behandeld worden. Er zijn in het ziekenhuis veel verschillende medicijnen en spullen, alleen moeten alle middelen wel op de juiste manier worden gebruikt…daar schort het meestal aan. Niet materialen, maar werkhouding en kennisniveau vormen de bottleneck.
Een andere recente casus is de behandeling van een ernstig ondervoed kind van zes maanden. Ondervoeding, wat veel voorkomt in dit seizoen, moet heel nauwgezet behandeld worden met vocht en speciale voeding. De clinical officers hebben moeite met het volgen van een strikt protocol. Door tijdig uitdroging te herkennen en te behandelen, en daarnaast een longontsteking te herkennen, kon ik in mijn weekenddienst het kind zienderogen op zien knappen en kon ze met moeder naar huis na een week.
Een derde aandachtspunt de afgelopen weken was de behandeling van epilepsie. Dit komt veel voor, met name door hersenmalaria en hersenvliesontsteking op de kinderleeftijd. We hebben twee en vaak drie geschikte medicijnen om dit te behandelen, waarvan 1 middel altijd aanwezig en spotgoedkoop is. Zestig procent van alle patiënten kan met dit alleen middel goed behandeld worden. Voorwaarde is wel een juiste dosering, nooit een dag overslaan en goede uitleg aan patiënten. Daar gaat nog wel eens iets mis… Een typisch voorbeeld uit ons ziekenhuis. Het schort niet aan materialen maar wel aan de juiste kennis en een grondige werkwijze. Ik heb één van onze onderwijsochtenden hier aan gewijd en blijf nu deze vrij eenvoudige boodschap herhalen en toepassen bij iedere epilepsie-patiënt die ter sprake komt. De collega’s pikken dit goed op en zijn over het algemeen leergierig.
We werken daarnaast samen op de operatiekamers. Onze Nederlandse chirurgische opleiding is heel waardevol wat betreft het nauwgezet werken: goed blootleggen wat je wilt zien, zorgvuldig knippen en snijden, goede knopen leggen, iets waar de clinical officers waar we mee werken ook graag van leren. Ik begin op 1 mei aan een blok van vier maanden op de verlosafdeling, terwijl Lisanne ingezet wordt op Female Ward.
We staan nog maar aan het begin van onze tijd hier, maar hebben er een goed gevoel over. Dat waar we voor kwamen, het overdragen van kennis aan lokale staf zodat wij op den duur niet meer nodig zijn, is heel duidelijk onze belangrijkste taak tot nu toe.”