hieronder een film die Kees en Maud maakten over Shirati

Sinds mei 2023 zijn Maud Bekedam (tropenarts) en Kees van Driel (documentairemaker, leraar en muzikant) uitgezonden naar Shirati Hospital in het noorden van Tanzania, nabij het Victoriameer. Het ligt in het Rorya district, een van de armste regio’s van Tanzania. Het Shirati KMT Hospital is een ziekenhuis met ongeveer 150 bedden en vijf afdelingen. Jaarlijks vinden er ongeveer 3000 bevallingen plaats in het ziekenhuis. Deze uitzending wordt gefinancierd door Sint Antonius Stichting. Tweega is de Sint Antonius Stichting heel dankbaar voor haar ondersteuning.

Focus op de successen: dat is een les die ik hier in Shirati heb geleerd. De beperkingen van een ziekenhuis in ruraal Tanzania maken dat je af en toe kindjes verliest waarvan je weet dat ze het in een andere setting misschien wel hadden overleefd. Je rent, vliegt en springt zo hoog als je kan en aan het eind van de dag is de baby waar je samen met je collega’s voor hebt gevochten alsnog overleden. Het zijn verhalen die helaas niet spaarzaam zijn, en waar ik flink verdrietig van kan worden. De dalen zijn diep in Shirati.

Toch is het de kunst om hier niet té lang in te blijven hangen, aangezien de volgende patiënt je aandacht meestal al snel weer nodig heeft. Ik probeer lessen te trekken uit elke patiënt waarbij het niet goed gaat en dan weer met nieuwe moed plannen te maken over hoe je een vergelijkbare situatie een volgende keer kan voorkomen. En om ook te focussen op de patiënten waar het wél goed mee gaat dankzij de zorg in het ziekenhuis, waar je soms niet van had verwacht dat ze het zouden redden maar die tóch door het oog van de naald weten te kruipen, en om nog eens aan hen terug te denken op de momenten dat je baalt van de oneerlijkheid van het leven en de onmacht die je voelt. 

De afgelopen tijd hebben we een hele volle Kangaroo Mother Care (KMC) Unit gehad, een warme ruimte waar de allerkleinste patiënten van het ziekenhuis liggen; de meesten tussen de één en twee kg. 

Afgelopen week vierden we een feestje toen we voor de tweede keer in een half jaar tijd een premature drieling, alle drie gezond en met mooie gewichten, konden ontslaan. Volgens de langer aanwezige verpleegkundigen van de afdeling waren dit de eerste twee drielingen waarbij álle kinderen het overleefden. Het waren maandenlange opnames in de KMC unit waarbij meerdere hobbels werden overwonnen. Een hele prestatie van de moeders en het team, en een vrolijk moment toen ze eindelijk naar huis gingen.

Na ontslag vraag ik altijd of patiënten van de KMCU nog een aantal keer terugkomen zodat ik kan kijken of ze goed blijven groeien totdat ze verder gezien worden door de normale kliniek. Aangezien de meesten, nadat ze eenmaal met ontslag zijn, gelukkig goed blijven groeien, is het meestal een fijn weerzien.

Judith was een moeder van een premature tweeling, die de eerste twee weken onwelwillend en koppig leek. Ze liet de kinderen veel alleen en een van de twee was in haar absentie zelfs uit bed gevallen tegen de verwarming, met brandwonden tot gevolg. Bovendien bleven de baby’s afvallen, wat bij een geboortegewicht van 1.3 en 1.4 kg tot hele kleine en kwetsbare kindjes leidt. Ik maakte me behoorlijk zorgen, maar het lukte me niet goed om tot haar door te dringen. Uiteindelijk bleek Judith echter, na flink doorvragen, angstig voor het besmetten van haar kinderen via de moedermelk met HIV en dacht ze dat haar tweeling zo klein was dat ze het toch niet zouden overleven. Toen we deze angst eenmaal hadden weggenomen en de moeder nogmaals goed instrueerden begon ze haar kinderen goed te voeden en begonnen ze te groeien. Afgelopen week zag ik twee goed doorvoede baby’s met een stralende moeder terug in de polikliniek. 

Het zijn de successen die je viert en die maken dat dit werk het mooiste werk van de wereld is. De dalen zijn diep, maar gelukkig zijn de pieken ook heel hoog.