Marieke Dekker is al vele jaren een van de weinige neurologen in Tanzania. Zij werkt samen met haar man Marco in Kilimanjaro Christian Medical Centre (KCMC). Er zijn veel patiënten in de regio, die Marieke met een klein team neurologen (in opleiding) verzorgt. Daarnaast geeft ze onderwijs aan studenten van het Kilimanjaro Christian Medical University College. Stichting Tweega Medica ondersteunt Marieke al jaren in haar missie.

Een aantal jaren geleden schreef ik voor deze nieuwsbrief een stukje over de Stroke Unit die we gingen openen. Er kwamen verpleegkundigen uit Nederland en Groot-Brittannië om de verpleegkundigen van KCMC op te leiden. Ik had monitors bij elkaar verzameld, een klok aan de muur gemonteerd -die hielp tegen delier- en fondsen geworven voor twee speciale stroke-verpleegkundigen voor twee jaar. De Intensive Care van de Interne Geneeskunde werd net uitgebreid en een helft ervan werd gereserveerd voor neurologie en een Stroke Unit. Ik kan me de vrolijke trotse selfie nog herinneren van ons team toen we de ruimte verkenden voordat de bouwvakkers aan het werk gingen, en deze foto kwam ook in de nieuwsbrief voor Tweega. Dat was zes jaar geleden.

De selfie van destijds

 

We draaiden net een paar maanden en toen Covid-19 uitbrak. De capaciteit van de IC en beademingsapparatuur was ver beneden peil en mijn kersverse Stroke Unit werd een sterfhuis voor patiënten voor wie geen beademingsapparaat beschikbaar was. Vervolgens werd het hele ziekenhuis gereorganiseerd vanwege de financiële tekorten die waren ontstaan -zelfs in een land dat Covid-19 domweg ontkende, en in goed gezelschap met Belarus en Noord-Korea- door het teruggelopen inkomen en het feit dat al die zieke mensen gewoon geholpen moesten worden, verzekerd of niet. Ik kreeg mijn Stroke Unit nooit meer terug, want er waren veel grotere problemen.

 

Tot vorige maand, toen ik ieders neus weer dezelfde kant op kreeg, inclusief die van onze geweldige verpleegkundigen en fysiotherapeuten. De nieuwe Stroke Unit lag onmiddellijk vol met jonge patiënten met bloedingen. In slechts veertien jaar tijd, de periode dat ik er werk, heb ik de volgende epidemie binnen zien rollen: non-communicable disease en beroertes treffen hier jongere mensen dan in Nederland en de grootste boosdoener is een onbekende of onbehandelde hypertensie. En zonder Stroke Unit lagen die mensen her en der verspreid over de interne geneeskunde. Met of zonder een monitor, geen sliktest, plat in bed, verzorgd door verpleegkundigen die hersenaandoeningen eng vinden en niet goed begrijpen en dus liever andere patiënten eerst helpen. Een Tanzaniaanse AIOS bekeek vorig jaar zes maanden lang onze algehele mortaliteit voor beroertes en de maandelijkse sterfte was 50%. Vijftig procent. Een op de twee patiënten met een beroerte haalt het einde van de maand niet. En helaas werd dit aantal ook gerepliceerd in andere centra in Tanzania, iets dat we binnenkort gaan publiceren. Dit hielp, ironisch genoeg, om de staf te overtuigen van de noodsituatie voor deze patiënten. Dus we proberen het gewoon opnieuw, het moet gewoon.

Deze week had ik een déjà-vu: al mijn patiënten vond ik twee, drie rijen dik in de gang. De visite moest single-file, zijdelings en klimmend tussen de bedden door. Ik ging bijna zelf atriumfibrilleren toen ik dat zag. Weer mislukt! Maar het viel mee; de ruimte werd -en wordt nu nog- schoongemaakt en geschilderd. Dat is goed nieuws, ze kunnen er straks weer in. Casper (een Vlaamse neuroloog die ons een tijdje komt bijstaan) en ik hangen binnenkort het nieuwe stroke-protocol op de pas gesausde muur. Een aparte poster voor de bloedingen, want zo vaak komen die hier voor. We hopen zo dat het team een goed evidence-based protocol kan naleven zonder het excuus dat het internet niet toegankelijk is -want dat is hier de helft van de tijd het geval- om de details na te lezen.

Ramses Shaffy zong dat al van dat doorgaan. Dus dat zullen we voorlopig dan maar doen!