Arie en Lisanne Glas (beiden tropenarts) werken nu ruim een jaar in Mulanje Mission Hospital in Mulanje, Malawi. Hieronder vertellen ze hoe het ze vergaat.

“Vanuit Mulanje Mission Hospital een bericht van ons! Na een aantal hele hete weken in september en oktober is het regenseizoen weer begonnen. We zijn nu weer beland in de drukste periode van het jaar. Door de regens zijn er meer patiënten met malaria en luchtweginfecties. Daarnaast besteden veel van onze tijd aan opleiden: naast Malawiaanse medisch studenten (vier groepen per jaar) zijn er Nederlandse medisch studenten, soms studenten van een andere discipline zoals fysiotherapie en participeren we in de opleiding tot clinical officer (een soort mbo-dokter).

Lisanne is geeft bijzonder genoeg adviezen aan studenten die twijfelden of ze wel moesten komen… Zo zijn er bijvoorbeeld veel geruchten rondom vampiers in Zuid Malawi. Gedurende enkele maanden heerste er een sterke angst voor mensen die ‘s nachts bloed komen stelen, zozeer dat het kwam tot enkele moorden op vermeende bloedzuigers. Antropologen duiden dit als frustratie van de onderklasse door de wijdverbreide corruptie en onderdrukking die geen andere uitweg vindt… Maar gelukkig is deze onrust nu weg en gaan de gewone ziekenhuisactiviteiten ongestoord verder.

We zijn blij dat we veel voor de mensen hier kunnen betekenen. Pas was hier bijvoorbeeld een jong meisje van drie (Phiri) dat ernstige brandwonden opgelopen had. Mensen koken hier op een vuur op de grond; vaak vlakbij kleine kinderen. Phiri was per ongeluk in het vuur gevallen. Voordat ze opgenomen was, was ze een maand lang behandeld door een privékliniek. Helaas niet goed: alleen verbanden en antibiotica maar geen noodzakelijke huidtransplantaties. Door de wonden verloor Phiri veel eiwit en raakte ernstig ondervoed. Bij opname was het niet mogelijk direct een huidtransplantatie te doen omdat er teveel vocht in alle weefsels zat; zogenaamd hongeroedeem. Er was maar één oplossing, meer eten voordat we haar konden helpen.

Onze lokale collega’s zagen het niet meer zitten en wilden verwijzen naar de stad. We wisten echter vrijwel zeker dat ze het daar slechter zou krijgen dan hier… Een lastige situatie maar we besloten Phiri onder onze hoede te houden waarbij wij de verantwoordelijkheid op ons namen als het mis zou gaan. Dit was moeilijk omdat we enerzijds voor het patiëntje wilden zorgen, maar anderzijds ook niet onze  relatie wilden ondermijnen met de verpleegkundigen die haar naar een ander ziekenhuis wilden sturen.

Phiri kreeg de uitdaging om een dieet van melk en veel eieren goed te volgen om aan te sterken. En of het werkte! Na twee weken was de zwelling verdwenen en konden we haar huid transplanteren. Het is altijd spannend of het lichaam de transplantatiehuid accepteert. We waren daarom ook erg blij dat dit goed lukte. Inmiddels is Phiri weer met haar moeder naar huis en zal ze nog poliklinisch voor verdere behandeling terugkomen. 

Als arts namens Tweega hebben we hier bijgedragen door de staf uit te dagen; we kunnen samen als ziekenhuisteam meer dan we denken! Dit was absoluut een leermoment voor het gehele team en ook een moment van trots voor de kinderafdeling. Het was bovendien een kans om het operatiemateriaal voor huidtransplantaties na te kijken en verder te verbeteren.

Operaties en zeker huidtransplantaties zijn zaken waarbij je continue aandacht voor details nodig hebt. Iets waarin we onze staf proberen mee te nemen. Het succes met de behandeling van Phiri heeft hier zeker bij geholpen. Het is mooi om onze collega’s steeds beter te leren kennen – we zitten hier inmiddels ruim een jaar. Het werk wordt effectiever en efficiënter en het is ook fijner met meer vertrouwen.”