Waar aan moeten we de beschikbare gelden uitgeven? Het blijft toch een lastig, zo niet onmogelijk dilemma om te moeten beslissen tussen een poging om een leven te redden of een scala aan ‘kleine’ noden te lenigen.

Het is wrang dat ik de afweging moet maken of ik dat kind nu wel of niet Lactogen (babyvoeding) moet geven. Dat de vraag überhaupt in je opkomt. Zonde? Wat nou zonde! Een potje kost 5000 Tanzaniaanse shilling, dat is 3,50 euro, en ik loop zuinig te doen. Maar in je achterhoofd weet je dat het kind een zeer kleine kans maakt en waarschijnlijk zal over­lijden.

De moeder werd hier opgenomen, een maand postpartum met diarree en algehele malaise. Bij het lichamelijk onderzoek ging ze bijna op de bobbel liggen die op haar rug met haar was mee­gereisd, en de bobbel begon wat te bewegen. ‘Oh, u bent net bevallen, mag ik even naar het kind kijken?’ Vel over been, 2300 gram, honger­oogjes en een bol buikje. Een kopie van moeder, want die heeft ook geen grammetje vet meer over. Maar toch vreemd, zo één maand postpartum. De HIV-test was natuurlijk positief.

Nu, twee weken na opname, word ik gevraagd of ik nog een blik Lactogen voor ze heb, want de oude is op. ‘Ja hoor, het kind groeit er goed op.’ Ik besluit toch maar even zelf te kijken. De bobbel ligt lekker te slapen, opgerold in de Maasai-dekens bij moeder in bed. Ik schrik me kapot als ik de dekens terugsla. Een fulminante huiduitslag lacht (?) me tegemoet. Herpes zoster? Getverdemme. En logisch. En natuurlijk geef ik haar die voeding.

Half januari stuurden we een kind met verdenking op hersentumor naar het wat meer gespecialiseerde Haydom ziekenhuis voor een CT-scan. De negenjarige jongen had al ongeveer een jaar af en toe rechtszijdig stuipen, kon al maanden niet meer lopen en had een gigantisch waterhoofd. Zijn prognose was waarschijnlijk bedroevend, maar je weet het nooit. Kosten voor de vlucht naar Haydom: 2 à 3 koeien.

In Haydom heeft een bezoekende Amerikaanse neuro­chirurg een biopsie gedaan en is gestart met TB-therapie. Een maand later komt het mannetje lopend onze out patients department (OPD) binnen. Wat een mooi gezicht! De blijdschap op het gezicht van vader spreekt boekdelen en ik feliciteer ze met dit geweldige resultaat. ‘Nu wel goed de medicijnen blijven slikken, hè!’

Twee maanden later is het kind dood. Het kwam stuipend, rillend en zwetend ons ziekenhuis binnen. Tachycardie en tachy­pneu, een score van 7 op de Glasgow Coma Scale. Dus direct gestart met kinine, ceftriaxon, zuurstof en glucose. Een dag later sondevoeding met koeienmelk, maar het mocht niet baten. De kleine morani (een jonge Maasai-strijder) stierf, badend in het zweet. Nadat ik ze in januari op de poli had gezien, zijn ze niet meer komen opdagen. ‘Het ging toch goed!’ Dat wordt nog wat met de geplande aidskliniek.

Wrang is het ook dat je soms moet kiezen wie de zuurstof krijgt. Een ernstig zieke zuurstofafhankelijke prematuur van 1,4 kg lag te vechten op de IC. En opeens lag de vrouw in single room 1 comateus in bed. Hoelang al? Ze was een paar dagen eerder bevallen en had malaria met forse diarree. Nu was er geen beweging meer in te krijgen. Dus werd het kind van de zuurstof gehaald en werden wij gebeld. De vrouw had een zeer lage bloedsuikerwaarde en kwam er met wat suiker weer redelijk bovenop. Het kindje deed echter niets meer en heb ik weer aan de zuurstof gelegd. Maar de non die ik toch al niet zo handig vind, had kortsluiting gemaakt met de zuurstofconcentrator, waardoor we drie kwartier zonder extra zuurstof zaten. Wonder boven wonder ging het kindje toch weer leven, maar de dag erna sloot het definitief de ogen. Nu liggen er weer drie mensen op de IC van wie er twee eigenlijk zuurstof nodig hebben. Het blijft lastig.

Begin maart hadden we een negentienjarige moeder die we een maand eerder vanwege pre-eclampie hadden ingeleid door haar vliezen te breken. Postpartum kreeg ze pulmonaal oedeem, waarvoor ze op de IC werd opgenomen, en twee weken postpartum werd zij in goede conditie ontslagen. Nu presenteerde zij zich wederom met pulmonaal en perifeer oedeem, ascites, verhoogde centraal veneuze druk (CVD), verminderde mictie, microscopische hematurie, een bloeddruk van 80/40, ademhaling van 60 p/m en een pols van 140 p/m met een galopritme. Destijds bij het ontslag kwam haar moeder al naar me toe met het verzoek om de ziekenhuiskosten te betalen. Ik heb dat toen geweigerd, maar begreep nu dat ze dus thuis (in een hutje op de steppe) lang hebben zitten wachten, alvorens naar het ziekenhuis te komen (‘Misschien gaat het vanzelf over: ik ben toch niet meer zwanger’). Wat is er nu dus? Een nefrotisch syndroom? Hartfalen? Het is frustrerend dat we hier geen elektrolytenbalans en nierfunctie kunnen bepalen. De patiënte heeft een te lage bloeddruk voor effectief diureticagebruik, dus is zij na overleg met Flying medical service ingestuurd naar Nairobi. Er was nog een potje voor arme patiënten en zonder verwijzing zou ze sowieso overlijden. Het bleek uiteindelijk een postpartum ontstane gedilateerde cardiomyopathie te zijn met een stolsel in het linker­ventrikel, met een ejectiefractie van 15 procent. Er volgde een opname op de IC in een geavanceerd ziekenhuis, à raison van 2500 US dollars per dag. Twee dagen later overleed ze na kort­stondige klinische vooruitgang. Ook dit was weer een onmogelijk dilemma.

Lennard en Claar Hiltermann