Nathan Beijneveld (tropenarts) is vanaf april 2021 uitgezonden naar Shirati Hospital in Tanzania. Voor deze uitzending is de Jacoba van Wassenaer stichting onze funding partner. We ze zijn de Jacoba van Wassenaer stichting heel dankbaar voor hun steun. Hieronder vertelt Nathan:

“Het regenseizoen liet even op zich wachten, maar is halverwege april toch losgebroken. De maanden daarvoor waren ook vrij nat, al zou dat officieel het korte droge seizoen moeten zijn geweest. Nu is Shirati al maanden op haar best, omringd door groene heuvels. Meestal zien we in het regenseizoen een toename van malariapatiënten, doordat de malariamug zich dan goed kan voortplanten in de plasjes water die zich overal en nergens hebben verzameld.
De grootste toename aan patiënten op de kinderafdeling was dit keer niet veroorzaakt door malaria, maar ondervoeding. Tijdens de piek waren er in totaal 13 ernstig ondervoede kinderen opgenomen op de afdeling. Niet eerder heb ik hier zoveel opnames gezien door ondervoeding. De laatste blikken F75 (therapeutische melk) zijn er die week snel doorheen gegaan. En de overheid heeft geen zicht op een nieuwe levering. Daarom hebben we besloten om het heft in eigen handen te nemen en deze therapeutische melk zelf te produceren. Samen met Stella, onze diëtist, zijn we op onderzoek uitgegaan. We hebben besloten om sojabonen als basis voor de melk te gebruiken, aangezien die lokaal beschikbaar zijn en een stuk goedkoper dan bijvoorbeeld melkpoeder. Daarnaast bevatten ze veel eiwit en kan je ze na het koken en malen een aantal maanden bewaren. De eerste productie was geslaagd en we zagen dat de kinderen de melk lekker vonden en ervan opknapten. Verder neemt de productie van de verrijkte pindapasta ‘karanga lishe’ gestaag toe, en wordt er nu elke week zo’n 25 kilo aan pinda’s verwerkt.

Het blijft wonderlijk dat er zoveel ondervoede kinderen binnen blijven komen. Er zijn namelijk genoeg goedkope voedzame producten in de regio beschikbaar. Er lijkt matige kennis te bestaan over welke producten geschikt zijn voor een klein kind. Vaak wordt er pap op basis van maïs of graan aan kinderen gegeven. Dit bevat vooral koolhydraten, maar weinig andere voedingstoffen. Soms is de moeder alweer zwanger en krijgt het eerste kind maar korte tijd borstvoeding. Vaak genoeg ook is er geen moeder, en ontfermt grootmoeder zich over het kind. Dit is toch niet hetzelfde als een moeder, blijkt regelmatig. We verheugen ons erop om verder te gaan met onderzoek dat een aantal jaren geleden via de universiteit van Maastricht is opgezet. Binnenkort verwelkomen we een aantal studenten die hun wetenschappelijke stage hiervoor zullen inzetten. Hopelijk kunnen we onze hypotheses dan omzetten in antwoorden…”